Fraude voorkomen bij digitaal toetsen

Het voorkomen van fraude bij digitaal toetsen gaat vrijwel altijd gepaard met inbreuk op de privacy van je leerlingen. Hoe groot die inbreuk is, hangt af van de vorm van toetsafname die je kiest. Neem je een mondeling examen af bij een individuele leerling via videobellen? Dan is de privacy-impact veel lager dan bij een grootschalig digitaal afgenomen schoolexamen, waarbij alle beelden worden opgeslagen én achteraf worden gecontroleerd. 

Overweeg je digitaal te toetsen? Ga dan eerst altijd na of er echt geen alternatief is. Is dat niet zo? Dan is het van belang om eerst de privacyrisico’s van de verschillende vormen van toetsafname in kaart brengt voor je begint met het afnemen van een digitale toets.

Vormen van toetsafname

Er bestaan verschillende vormen van toetsafname met een oplopend privacyrisico voor leerlingen. Hieronder staan de verschillende opties met bijbehorende voor- en nadelen. 

Locken of blocken van een device

Bij het locken van een device worden software en apps afgesloten of beperkt in functionaliteit. Een leerling kan dan tijdens de toets geen gebruik maken van digitale hulpmiddelen die niet zijn toegestaan en informatie over de toets niet met anderen delen. Bij het blocken van een device worden functionaliteiten van het device zoals de camera, microfoon, touchfunctionaliteit en scherm afgesloten of overgenomen. Een leerling kan ze dan tijdens de toets niet inschakelen.

  • Inbreuk op privacy: matig
  • Voordelen: mogelijkheden tot fraude worden deels ondervangen.
  • Nadelen: mogelijkheden tot frauderen worden niet volledig ondervangen. Leerlingen kunnen nog steeds elkaar bellen of een boek of spiekbriefje gebruiken. Maken ze de toets in dezelfde ruimte? Dan kunnen ze overleggen. 

Bij locken en blocken kun je leerlingen niet in de gaten houden tijdens het maken van de toets. Met monitoren kan dat wel. Er zijn verschillende manieren om te monitoren. 

Live monitoring

Bij live monitoring houdt de leraar of een andere surveillant leerlingen in de gaten via geluidsopnames, toegang tot het scherm, een webcam of de camera van een mobiele telefoon. Vermoedt de surveillant dat er sprake is van fraude? Dan kan hij direct ingrijpen. Live monitoring kan gecombineerd worden met locken en blocken om te voorkomen dat leerlingen bijvoorbeeld tabbladen en programma’s open zetten die niet zichtbaar zijn voor de surveillant. 

  • Inbreuk op privacy: groot
  • Voordelen: mogelijkheden tot fraude worden grotendeels ondervangen.
  • Nadelen: een surveillant kan niet heel veel leerlingen tegelijk monitoren.  

Monitoring door opname, opslag en controle achteraf

Bij monitoring door opname, opslag en controle achteraf wordt de afname van de toets in beeld en geluid opgenomen. Na de toets kan de leraar het complete toetsmoment terugkijken. De leraar ziet zowel een opname van het computerscherm als de omstandigheden waarin de leerling de toets maakt. Denk bijvoorbeeld aan de ruimte waarin de leerling zit, de omgevingsgeluiden en het gedrag van de leerling. Ook deze vorm van monitoring kan gecombineerd worden met locken en blocken.

  • Inbreuk op privacy: groot tot zeer groot
  • Voordelen: mogelijkheden tot fraude worden grotendeels ondervangen. Surveillanten hoeven niet live mee te kijken.
  • Nadelen: het is veel werk om alle beelden achteraf te bekijken.

Geautomatiseerde proctoring

Bij geautomatiseerde proctoring wordt de gehele afname van de toets opgenomen. Tijdens de afname zelf worden controles uitgevoerd door detectiesoftware die automatisch incidenten signaleert. Denk hierbij aan afwijkend gedrag, het openen of bekijken van bepaalde programma’s op het device of geluiden uit de omgeving. De opnames en gesignaleerde incidenten worden opgeslagen. De leraar kan op basis daarvan achteraf eventuele fraude vaststellen.

  • Inbreuk op privacy: zeer groot
  • Voordelen: mogelijkheden tot fraude worden grotendeels ondervangen. Surveillanten hoeven niet live mee te kijken en hoeven achteraf niet alle beelden te bekijken, maar alleen die van de incidenten.

Nadelen: de detectiesoftware bepaalt niet of er sprake is van fraude, maar signaleert afwijkend gedrag. Leraren moeten achteraf deze signalen bekijken om vast te stellen of er fraude is gepleegd. Signalen kunnen vals-positief zijn.

Geautomatiseerde proctoring in het po en vo

Bij geautomatiseerde proctoring is de inbreuk op de privacy van de leerling voor het primair en voortgezet onderwijs onacceptabel. Het gaat hier voor het merendeel om leerlingen jonger dan 16 jaar, die extra bescherming genieten onder de privacywetgeving. Toepassing van geautomatiseerde proctoring in het mbo is alleen mogelijk bij hoge uitzondering en na uitvoering van een DPIA.

Is het wettelijk verplicht?

Het is uiteraard niet wettelijk verplicht om een digitale toets af te nemen. Het is wel wettelijk verplicht om je aan de regels van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) te houden als je een toets op afstand afneemt. Dat betekent onder andere het afsluiten van een verwerkersovereenkomst met de leverancier van de toetssoftware. Het veilig bewaren en tijdig verwijderen van eventuele opnames en andere gegevens. Het helder informeren van leerlingen en ouders over wat je met deze gegevens doet. En het opstellen van gedragsregels over hoe om te gaan met de informatie die wordt verkregen uit monitoring.

Wie doet wat

Bij het afnemen van digitale toetsen zijn verschillende rollen betrokken met elk hun eigen taken:

  • Het schoolbestuur neemt het initiatief voor het uitvoeren van een DPIA, het afsluiten van verwerkersovereenkomsten, het opstellen van bewaartermijnen en gedragsregels en het informeren van ouders en leerlingen. Zo nodig past het schoolbestuur het examenreglement en/of het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) aan. 
  • De ict-coördinator zorgt voor de inrichting van de toetsomgeving, goede instructies voor leraren en leerlingen en voor hulp en achtervang op het moment dat er technische problemen zijn. De ict-coördinator voert samen met de Privacy Officer een DPIA uit.
  • De Functionaris voor Gegevensbescherming adviseert over de inzet van digitaal toetsen en de DPIA.
  • De leraar maakt de toets, informeert de leerlingen over de werking van de toets, inventariseert of er leerlingen zijn die de middelen missen om de toets op afstand te kunnen maken.
  • De (G)MR stemt in met het aangepaste examenreglement en/of het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA).

Meer weten over de rol- en taakverdeling voor IBP? Ga naar rollen en verantwoordelijkheden.

Aan de slag

Onderstaande stappen helpen je bij het maken van doordachte keuzes als je digitaal gaat toetsen:

Stap 1 | Check of toetsen op andere wijze mogelijk is

Onderzoek of het mogelijk is om het niveau van de kennis en vaardigheden van je leerlingen op een andere manier te bepalen. Denk hierbij aan formatief handelen of summatief toetsen door middel van bijvoorbeeld werkstukken, opstellen of portfolio’s. Het is daarbij belangrijk dat de betrouwbaarheid en validiteit van de andere wijze van toetsen vergelijkbaar is met die van de oorspronkelijke toets.

Stap 2 | Ga na wat je toetst

Aan een schoolexamen hangt een groter belang dan aan een proefwerk Engels. Een grotere inbreuk op de privacy van de leerling is in zo’n geval sneller gerechtvaardigd dan bij bijvoorbeeld een proefwerk als afsluiting van een blok uit een lesmethode.

Kies je na het volgen van deze drie stappen voor een vorm van monitoring? Dan volgen er nog een aantal extra stappen.

Stap 3 | Check het examenreglement

Ga na of deze vorm van toetsen een invulling is van het bestaande toets- of examenreglement of dat het nodig is om het reglement aan te passen. Ga na of de medezeggenschap bij die aanpassing moet worden betrokken.

Stap 4 | Voer een DPIA uit

Maak je gebruik van monitoring door opname, opslag en controle achteraf? Voer dan een DPIA uit van de gegevensverwerking en – zo nodig – van nieuwe software.

Stap 5 | Regel een verwerkersovereenkomst

Regel een verwerkersovereenkomst met de leverancier van de toetssoftware.

Stap 6 | Sla gegevens veilig op en stel bewaartermijnen op

De opnames en registratie van incidenten zijn gevoelige persoonsgegevens. Leg daarom vooraf vast waar de opnames van de toetsafname op beveiligde wijze worden opgeslagen en wie toegang hebben tot de opnames. Leg vast dat het maken van kopieën van de opnames verboden is en wanneer de opnames worden vernietigd. In de regel is dat zo snel mogelijk nadat het resultaat is vastgesteld en daar geen bezwaar of beroep meer tegen mogelijk is.

Stap 7 | Stel gedragsregels op

Een leraar of surveillant krijgt bij alle vormen van monitoring veel informatie te zien over de privé-omgeving van de leerling. Leg in gedragsregels voor leraren vast hoe een leraar moet omgaan met deze informatie. In welke gevallen ontstaat een verdenking op fraude? Wat moet een leraar doen bij de constatering van fraude? Direct ingrijpen of achteraf rapporteren? Mag een leraar een leerling aanspreken op de privésituatie die in beeld komt?

Stap 8 | Informeer leerlingen en ouders

Informeer leerlingen en ouders over het doel van de monitoring, de wijze waarop monitoring plaatsvindt, welke signalen leiden tot een vermoeden van fraude en wat er met de informatie wordt gedaan die leraren te zien krijgen.

Hou rekening met

Hulp en ondersteuning tijdens en na de toets

Wordt de software geïnstalleerd op het eigen device van de leerling? Zorg dan voor een duidelijke instructie vooraf, zodat de toets niet de eerste kennismaking is met de software. Zorg ook voor ondersteuning tijdens de toets. Bijvoorbeeld een noodnummer van de leverancier. Er moet ook een goede instructie zijn voor het (automatisch) verwijderen van de software na afloop van de toets. Zo wordt er niet langer dan noodzakelijk meegekeken op het device van de leerling.

Leerlingen zonder eigen device

Hebben leerlingen geen geschikt device tot hun beschikking? Dan moet er vanuit school een alternatief worden geboden. Denk aan een leenlaptop van de school.

Leerlingen die bezwaar hebben tegen het installeren van toetssoftware

Hebben leerlingen bezwaar tegen het installeren van aparte software op hun eigen device? Dan moet er vanuit school school een alternatief geboden worden. Denk aan een leenlaptop van de school.

Slechte internetverbindingen van leerlingen

Leerlingen die thuis een digitale toets maken moeten kunnen beschikken over een goede en stabiele internetverbinding en een rustige ruimte om in te kunnen werken. Hebben zij dat niet? Dan moet er een alternatief geboden worden. Bijvoorbeeld om de toets op school af te nemen.

Verdieping

Inhoudsopgave